Padel? Een mix van Squash en Tennis

Misschien heb je al eens over padel gehoord. De sport is komen overwaaien uit Mexico en wordt gezien als een mix van tennis en squash. Je speelt namelijk op een tennisveld, maar met kleinere afmetingen (10 meter bij 20 meter). Het spelelement dat veel op squash lijkt, is dat je de glazen wanden om het padel veld heen mag gebruiken. Door je bal via de wanden te spelen zorg je voor een verrassing bij de tegenstander. Een padelbal is vergelijkbaar met een tennisbal, maar stuitert net wat minder hard. Anders zou het te snel gaan op het kleinere veld. Hoe hoger het niveau, hoe harder de bal stuitert. De rackets voor padel zijn echter wel heel anders dan tennisrackets, namelijk gemaakt van grafiet en met een massief blad waar je mee slaat.

Padel wordt altijd 2 tegen 2 gespeeld en heeft een aantal belangrijke regels. Zo moet de opslag altijd onderhands zijn en onder de heup. Het stuk veld achter de streep voor de opslag telt na de opslag gewoon mee. De tegenstander mag de bal alleen terugspelen als die een keer heeft gestuiterd op het veld van de tegenstander. Ook mag de bal pas via de glazen wanden worden gespeeld nadat die één keer op het veld heeft gestuiterd. Daarna mag de bal dan wel weer meerdere keren de wand raken voor op het veld aan de overkant terecht te komen. De puntentelling is hetzelfde als die van tennis; je gaat van 0 naar 15, 30 en 40 punten.

Padel wordt steeds populairder in Nederland en dat is niet gek; het is een hele sociale sport die je altijd met een teamgenoot speelt. Door het kleine veld is er ook meer contact met elkaar. Padel wordt bovendien vaak zonder een scheidsrechter gespeeld.